Zo, weer terug van vakantie dus weer tijd voor voor een blog.
Ik had m’n post van 28 juli jl. beëindigd met een foto van de “nieuwe” gitaar. Via via kreeg ik de kans deze Mexicaanse Fender uit 1995 te kopen. Ondanks z’n leefijd (of misschien wel juist dankzij zijn leeftijd), een heel goede gitaar. Perfect fretwerk, mooie snelle hals en akoestisch al met een hele goede sustain. Dat betekent over het algemeen dat als je de gitaar dan over een versterker speelt, het met het versterkte geluid ook wel goed zit. En dit viel bij deze gitaar dan ook inderdaad niet tegen. Je weet dat als je zo’n gitaar koopt, op de bedrading, de potmeters en de capacitors enorm bespaard is (het prijsverschil met zijn Amerikaanse broers moet natuurlijk ergens vandaag komen). Dan weet je natuurlijk ook, dat als je daar wat aandacht en geld aan besteedt, het geluid alleen nog maar verbeterd kan worden. Je kunt zo’n gitaar dus best kopen en hem wat oppimpen, of -door ons- laten oppimpen met originele USA onderdelen (gewoon even je wensen mailen!).Met andere woorden, het kan best de moeite waard zijn zo’n Mexicaan te kopen en hem helemaal naar de zin te maken. Dan heb je voor een redelijk bedrag een gitaar die met nog wat extra investeringen helemaal naar de zin is.In dit geval kreeg ik er nog een Fender Bronco Tweed versterker in prima staat bij. Het is een transistor versterker, maar wel gemaakt in de USA. Geweldig apparaat, 15 watt en van dezelfde leeftijd als de gitaar. Kennelijk was het ooit als een setje gekocht.Over mijn versterkers ga ik ook nog wel eens blogs posten (voorlopig heb ik nog wel genoeg blogvoer denk ik…)
Maar nu weer even terug naar de gitaar. Dit zou dus de nieuwe John Mayer Black One moeten worden, maar laat ik er nu eigenlijk helemaal geen zin in hebben om de body weer helemaal op de millimeter precies te gaan relicen… Ja, ik weet, het klinkt gek, maar ik had er geen zin in. Ik wilde wel een gitaar relicen maar even niet de Black One. Ik had opeens de behoefte om de vrije hand te hebben in het relicen. Free-Base-Relic, dat moest het worden! Free-Base-Relic? Mozes kriebel, hoe verzin ik het! Dus niet oeverloos pielen -zoals bij the Black One- om alles cosmetisch correct te krijgen, maar gewoon m’n gevoel laten gaan… En dan krijg je bij mij natuurlijk rare dingen! Wel heerlijk hoor (-: Ik wilde er iets goeds, maar ook wel iets bijzonders van maken en de blues moest er vanaf druipen… Behalve een algehele facelift zou ook het binnenwerk flink aangepakt moeten worden; betere potmeters, vintage cloth wire, andere capacitor, dat soort dingen dus. Een soort Mean Blues Machine moest het worden en dus ben ik gaan onderzoeken hoe dat vorm moest gaan krijgen. Uiteindelijk kwam ik uit op een zwart-gele pickguard. Zwart, geel en bruin, dat zijn de kleuren die het moeten gaan worden. Rare combinatie? Best wel. Kijk vast even naar de foto’s voor een voorproefje. Hoe dit verder gaat? Je kunt het volgende keer lezen en zien!
Al meer dan een halve eeuw heeft Riley Ben King (bekend als B.B. King) de blues gedefinieerd en groot gemaakt. Het kan dan ook niet anders dan op deze plek deze bluesheld te bespreken.
In 1925 geboren op een katoenplantage in Itta Bena, Mississippi. Opgegroeid op de plek waar de blues uitgevonden is dus. Al vroeg raakte B.B. in de ban van blues- en jazzmuzikanten rond de katoenplantage en ver daar buiten. Geïnspireerd door de verschillende muzikanten uit die tijd en het zingen van gospel in de kerk begon hij zijn eigen muzikale vaardigheden te ontwikkelen.
Uiteindelijk begon King zijn muziek live op een radiostation te spelen. Daar noemde hij zichzelf de Blues Boy wat werd afgekort tot B.B.
B.B speelt voornamelijk op verschillende varianten van de Gibson ES-355. Hij noemt zijn gitaren Lucille (in meerdere nummers wordt hiernaar gerefereerd, zoals in: ‘Lucille talks back’ & ‘Lucille’) Deze naam is ontstaan tijdens een optreden waarbij tijdens een opstootje in het publiek een vat brandende benzine omvalt. De tent staat binnen de kortste keren in lichte laaien en iedereen vlucht naar buiten. Eenmaal buiten beseft de 24 jarige B.B. King dat zijn gitaar nog binnen staat, met gevaar voor eigen leven gaat hij terug het brandende gebouw in en weet zijn gitaar te redden. Later bleek het opstootje te zijn ontstaan uit een ruzie over een vrouw die ‘Lucille’ heet. Sindsdien noemt hij zijn gitaren Lucille. In het nummer ‘Lucille’ beschrijft B.B. zijn tijd op de plantages en het leger waar hij zijn zorgen en problemen kwijt kon bij Lucille, zoals hij zelf zegt: ‘You can always count on Lucille’.
Het meest bekende nummer van B.B. King is toch wel ‘The Thrill Is Gone’. Dit is opvallend aangezien het nummer niet origineel van B.B. King is. Voor zijn uitvoering heeft hij meerdere Grammy’s gewonnen en kwam in de Grammy Hall of Fame. Het live album ‘Live At The Regal’ wordt door velen beoordeeld als één van de beste blues albums ooit. Voor onder andere Eric Clapton, John Mayer en Mark Knopfler is het een bron van inspiratie voor live optredens.
Over muziek moet je niet te veel lezen, maar moet je horen. Ik heb een kleine compilatie (inclusief het gehele album ‘Live at the Regal’) gemaakt op Spotify. Enjoy!
Daarnaast nog een muzikale afsluiting met komische noot: One Shoe Blues!
Jawel, ik heb er zin in; een nieuwe categorie op Longcross.nl: Strat Saterday! Aleen gezwets over en muziek met Stratocasters! Vandaag gezwets over iemand die ik al van het begin af aan (ongeveer 2 jaar inmiddels) volg op Youtube. Zijn naam is Myles Jasnowski en woont in de Verenigde Staten. Myles is op YouTube beter bekend onder de naam “Jazznowsee”. Dat zegt jullie natuurlijk helemaal niets, maar dat zou zomaar de komende jaren wel eens kunnen veranderen. Wat een geweldig talent is dit zeg. Lees even wat Myles over zichzelf schrijft op YouTube:
“Hey people! This is the channel of Myles Jasnowski–17-year-old aspiring blues guitarist and singer/songwriter. I’ve been playing guitar since August of 2006 and am planning on pursuing music as a career. The videos you see here will be a chronicling of my journey as a guitar player. If you have any questions, feel free to ask! I try to stay in touch with as many people as possible. Enjoy!
Voorbeelden: John Mayer, Stevie Ray Vaughan, Bill Withers, Robben Ford, Jimi Hendrix, David Ryan Harris, Eric Clapton, Doyle Bramhall II, Scott Mckeon”
Combineer het talent van Miles met de goede voorbeelden die hij heeft dan zou het moeten goedkomen zou je denken. Ik houd hem in de gaten. Kan ik later zeggen dat ik al voorspeld heb dat het een gitaargrootheid zou worden In de tussentijd moet je ook even maar naar hem luisteren/kijken. Het John Mayer geluid druipt er van af. Luister en huiver:
Myles’s laatste upload:
Suf nummer? dacht het niet: bij 1:41 lijkt het of Jimi Hendrix (denk aan Rainbow Bridge) even op aarde teruggekeerd is.
en een ouder filmpje:
Maar neem ook nog even de moeite om wat meer filmpje van Myles te bekijken.
Vragen ? Wensen ? Opmerkingen ? Mail dan naar dit adres: info@longcross.nl Het zou natuurlijk wel prettig zijn als de vragen, wensen en opmerkingen betrekking hebben op onze blogs over gitaren, muziek, relicen etc. Overige vragen kunnen natuurlijk wel gesteld worden, maar antwoordgarantie wordt dan niet gegeven
Bij B.1.P. part 6 (16 oktober) liet ik al weten dat een multitoolapparaat waarmee ik zou kunnen schuren vermoedelijk een uitkomst zou zijn om de kleine nog te schuren stukjes van de body van de gitaar, kaal te maken. Welnu; dat is ook zo gebleken. Ik heb nu zo’n apparaatje gekocht en kort even uitgeprobeerd. Ik denk dat ik hierdoor een stuk sneller klaar zal zijn. Wel uitkijken nu dat ik niet te gretig ga schuren. Met dit apparaat schuur je namelijk al gauw te veel of te diep. Nu even wachten op een mooie droge dag (want binnenshuis schuren geeft echt te veel stof, stank en zooi) en ik denk dat ik dan in een middagje wel klaar ben.
Ook beloofde ik vorige keer over het verouderen van de goudkleurige hardware te bloggen. Dat ga ik dus nu doen. (Uiteraard) Bij Customworldguitarparts heb ik goudkleurige hardware gekocht, te weten een Fender vintage Stratocaster brug met stamped logo zadels, goudkleurige schroefjes voor de pickguard, een goudkleurige Stratocaster Jack ferrule en Fender pickup schroeven (zie foto).
Ik wil nu alleen nog een goudkleurige Fender Corona logo neckplate.De genoemde onderdelen heb ik weer op de bekende wijze “au bain marie” (waarom heet dat eigenlijk zo? Was Marie dan de enige francaise, die in bad ging…? Nee, kijk maar naar Wikipedia, daar wordt dit ontrafeld) ge-aged. Na een nachtje op deze manier agen was het gepiept. De roest (zoals op de foto’s te zien) zit dan nog niet heel erg diep en is nog grotendeels te verwijderen. Wel even van tevoren de onderdelen licht schuren. Dan “pakt” de azijn beter. Vergeet niet het buitenste bakje goed af te sluiten. De geur van azijn is anders wel erg penetrant. Het heeft trouwens wel iets raars; je koopt mooie nieuwe goudkleurige onderdelen die je gelijk daarna gaat verminken… Ook de mintgroene pickguard (ik kan er niets aan doen; ook deze komt van Custom World Guitar parts) moest nog behandeld worden en moest er dus aan geloven. Op de foto’s van de echte Black One van John Mayer zie je rond de uitsparingen voor de pickups een soort vergeling. Dit is niet ontstaan door ouderdom of zo; dit is gewoon in de Custom Shop van Fender zo nagemaakt. Ook onze Longcross Factory ( ) beheerst -inmiddels- deze techniek. Veel oefenen, o.a. op de oude Squier pickguard heeft het perfecte resultaat opgeleverd.
De pickguard wordt, op de plekken die vergeeld moeten worden, licht opgeschuurd en ontvet. Dan wordt met een wattenstaafje een kleurstof aangebracht (welke, blijft het geheim van de smid…) waarna de overtollige kleurstof wordt weggeveegd. Daarna weer licht opschuren en voila! Volgende keer blog ik echt over het gebruik van soya, thee en schoensmeer. Ik vergeet het niet, maar mijn blog-inspiratie is opgedroogd.
ps. nog even dit: mocht iemand toevallig één van deze twee koffertjes (zie hieronder) ongebruikt op zijn/haar zolder of in zijn/haar schuur (in de weg) hebben staan, dan houd ik mij aanbevolen. Mail dan a.u.b. even… Tot blogs!
Op 18 september j.l. schreef ik dat ik al enige tijd bezig was met het verwijderen van de zgn. sealer-laag, de laag tussen de zwarte lak en het hout van de body van de gitaar. Geloof het of niet, maar ik ben daar nog steeds mee bezig. Nu de grote vlakken op de gitaar kaal zijn is het namelijk tijd om tussen de restanten zwarte lak de sealer-laag weg te halen. Dat is tot nu toe wel het meest tijdrovende en minst aantrekkelijke werk aan de gitaar. Eigenlijk gewoon niet leuk meer; met hele kleine stukjes zeer grof schuurpapier heel lang pielen totdat… totdat je moet constateren dat er nog helemaal geen verschil te bespeuren valt, behalve dan dat je zelf helemaal onder het stof zit. Denk er nu maar over om een “Dremel” te gaan kopen. Dat is zo’n multitoolapparaatje waarmee je kleine dingen kunt schuren, graveren, boren, slijpen etc. Ik hoop dan maar dat het daarmee beter gaat. Ik ben er voorlopig dus nog niet klaar mee.
Toch is er ook positief bericht te melden: de headstock is klaar! Na het wegschuren van de Squierdecal heb ik de headstock drie keer gelakt (met Flexa hoogglanslak) en tussendoor natuurlijk ook geschuurd. Het viel nog niet mee om een winkel te vinden waar het juiste schuurpapier te koop was. Denk niet dat je bij de gewone doe-het-zelf giganten (Karwei, Gamma, Praxis etc.) het juiste schuurpapier vindt. Voor deze klus heb je heel fijn schuurpapier nodig. Dat vond ik uiteindelijk in Assen. Assen? Ja, Assen, waar ik toevallig voor mijn (betaalde) werk twee dagen verbleef en waar ik in de korte vrije tijd die ik daar had, even samen met collega Theo rondliep in een winkelstraat en daar een ouderwetse ijzerwarenwinkel binnenging. Ik heb daar schuurpapier P800, P1000 en P1200 kunnen kopen. Heel erg fijnkorrelig dus. Tussen het lakken door ga je dan ook met steeds fijner schuurpapier -licht- schuren. Laat de lak wel lang genoeg drogen en vooral hard worden. Denk dus niet dit even snel te kunnen doen; dat gaat niet werken. Na drie keer lakken dus was het tijd om de Fenderdecal op de headstock te plakken. Twee minuten de decal in lauw water leggen, dan voorzichtig de decal van het schutvel af schuiven op de headstock en met een doekje of papieren zakdoekje voorzichtig het overtollige vocht opzuigen door met het (zak)doekje heel licht op de decal te drukken. Kijk uit dat je de decal daarmee niet verschuift. Daarna laat je dit tenminste 24 uur drogen.
Vervolgens heb ik de headstock opnieuw gelakt (natuurlijk ga je nu niet eerst schuren). Wil je het echt mooi hebben, dan zou je zeker nog twee keer de boel kunnen lakken, maar dat heb ik niet gedaan. Ik wil immers een relic-effect zien te krijgen en dus moet het niet te mooi zijn. Nadat alles dan ook goed uitgehard was (dat duurt zeker twee weken!) ben ik er nog even met het fijnste schuurpapier overheen gegaan en met Scratch Remover van Valma en een poetsdoek de headstock gepolijst. Hierdoor wordt de lak spekglad, maar krijgt het toch een ‘gebruikte’ uitstraling. Vervolgens heb ik met een polijstschijf met schapenhaar dit weer opgepoetst. Ik ben tevreden met het resultaat. Ik zou overigens haast vergeten dat ook de achterkant van de headstock geheel in de stijl van John Mayer “bewerkt” is. Zoals ik al eerder schreef heeft de gitaar het serienummer 84 gekregen. Op de achterkant van de headstock is nog een tekstje gekomen en het “Longcross-logo”. Fraai ? Laat het even weten. Niet dat we het gaan aanpassen, maar we willen wel graag weten wat jullie er van vinden.
De volgende blog zal gaan over het agen van de goudkleurige hardware die inmiddels binnen is, het kleuren van de mintgroene pickguard en geeft antwoord op de vraag of er toch weer thee gebruikt zal gaan worden of dat er nu misschien naar sojasaus of schoensmeer gegrepen wordt… tot blogs!
Op deze eerste maandag van oktober ook weer netjes een music monday. Geen update van het bouwproject van de “Black One”, maar die zal uiteraard spoedig weer verschijnen. Voor de music monday van vandaag is gekozen voor een (in Europa) relatief onbekende Australiër. Zijn vrouw (Nicole Kidman) is waarschijnlijk bekender.
We hebben het hier dan natuurlijk over Keith Urban. Naar mijn idee naast John Mayer één van de beste gitaristen van deze generatie. Keith Urban groeide op in Australie waar hij op zijn zesde al met een gitaar in aanraking kwam. In ruil voor het ophangen van een advertentie voor gitaarlessen in de winkel van de vader van Keith vroeg zijn vader aan de gitaarlerares die die advertentie wilde ophangen, of Keith gitaarles kon krijgen. Hij bleek vanaf het begin talent te hebben. Het talent is hij niet verloren. Ondertussen heeft deze gitarist al 9 albums op zijn naam staan. Voornamelijk Country/Blues muziek, geïnspireerd door o.a. de Dire Straits en Fleetwood Mac.
Afgelopen jaar ging hij een korte samenwerking met John Mayer aan. Het duo sleepte half America voor de tv met een optreden dat live uitgezonden werd. Twee gitaarhelden op 1 podium, die Amerikanen zijn knettergek maar je moet ze nageven dat dit wel te gek is.
Zonder beeld dit keer, maar dat is ook niet nodig: Keith Urban ft. John Mayer – ‘Til Summer Comes Around:
Audio clip: Adobe Flash Player (version 9 or above) is required to play this audio clip. Download the latest version here. You also need to have JavaScript enabled in your browser.
We zijn wel druk bezig met the Black One, maar missen nog even de inspiratie om er over te schrijven, daarom dus even dit tussendoortje.
In de blog van 29 augustus schreef ik dat John Mayer zijn Black One tijdelijk heeft afgestaan aan Fender om 83 gerelicte versies van the Black One te kunnen maken. Ook kondigde John Mayer aan dat gedurende een jaar er Black One’s zouden worden verkocht die niet zouden worden gerelicd. Bekijk onderstaand filmpje daaromtrent:
Gisteren viel mijn oog opeens op dit news-item op de Fendersite. Vreemd dat er nu bekend gemaakt wordt dat er slechts 500 van die niet-gerelicte Black1′s worden gemaakt…. Raarrrrr! Wij bouwen gewoon door hoor; wij voldoen gewoon aan de vraag Alleen de wachttijd wordt wat langer, maar dat maakt het alleen maar leuker.
Vanaf vandaag ook een “Longcrossnl” twitteraccount voor de liefhebber in de lucht! Volgende keer weer een normale blog hoor. Tot dan…
De originele spierwitte Squier pickguard, de knoppen en pickupcovers moeten natuurlijk ook vervangen worden. Bij http://www.customworldguitarparts.nl/ heb ik dan ook de nodige onderdelen gekocht. Custom world guitar parts is een zeer betrouwbare (internet)winkel met een goede (Fender) sortering en snelle levering! Zie de onderstaande foto’s voor voornoemde onderdelen. Omdat deze onderdelen er nog te mooi en te nieuw uitzien moeten deze ook een aging-behandeling ondergaan. Ik ben begonnen met het licht opschuren van de onderdelen zodat er door de krasjes die dat maakt, doffe plekken ontstaan en op die manier de glans er vanaf gaat. Die fijne krasjes en hier en daar een wat grotere kras zorgen er voor dat “vuil” beter hecht. Door deze “gebruikerssporen” krijgt het een oude uitstraling.
thee behandelde knoppen
De pickguard krijgt bovendien nog een andere behandeling. Die wordt bewerkt met een speciale verfstof waardoor deze rond de pickup-uitsparingen een soort vaal geel/oranje kleur krijgt. Die kleurstof moet nog uit Groot-Brittannië komen. Daarna zal ik foto’s van het resultaat bloggen. Overigens had ik eerst de originele Squier knoppen de “thee-behandeling” gegeven. Door ze in een theextract enkele uren te laten liggen zouden de knoppen een mooie oude uitstraling moeten krijgen. Althans volgens het internet. Ik vond dat toch wat tegenvallen. Ze ogen hierdoor eerder vuil dan oud. Misschien heb ik de verkeerde thee gebruikt, wie zal het zeggen. Daarom heb ik er toch voor gekozen om maar andere (aged strat) knoppen te kopen en ze licht op te schuren totdat de ergste glans er af was. Als je goed op de foto’s van the Black One kijkt, zie je ook dat er niet heel veel met de knoppen gerommeld is. Ik denk dat deze ook alleen een beetje opgeschuurd zijn zoals ik dat ook gedaan heb.
Ik had gisteren beloofd ook nog iets te bloggen over het agen van de metalen onderdelen. Welnu, ook dat was een wat vreemde bedoeling. Hoe krijg je immers versneld een verweerde/verroeste uitstraling op metalen onderdelen? Veel internetbezoekjes en uitproberen later, had ik het: azijn… Ik vond het overdreven en ook wel gevaarlijk om zoutzuur te gaan gebruiken als het ook anders kon. Ik ben dus gaan experimenteren met azijn. Au bain marie dus. Tja zo komt mijn culinaire interesse ook hier nog eens van pas. Een bakje met daarin een laagje azijn en daarin een kleiner bakje met daarin de metalen onderdelen. Deksel er op en enkele uren laten staan (wel buiten hoor, want het stinkt behoorlijk). Het resultaat zie je hier: Naar mijn idee is het redelijk gelukt. Ik heb het eerst geprobeerd met de Squier onderdelen. Omdat enkele onderdelen van John Mayer’s Black One goudkleurig zijn, zal ik die onderdelen ook nog moeten aanschaffen. Het leek mij verstandig dus eerst maar te experimenteren met de Squier-onderdelen om te voorkomen dat e.e.a. zou mislukken en ik nieuwgekochte onderdelen zou moeten weggooien. Geheel overbodig natuurlijk om te vermelden, maar ik heb biologische azijn van Ah gebruikt. Bewuste keus? nee hoor, het stond gewoon in het keukenkastje. Thee, azijn… ben benieuwd welke ingrediënten er nog meer gebruikt zullen moeten worden. Tot blogs !
Gitaren, pedalen en ander gitaar gerelateerde elementen, dat zal je voornamelijk op deze blog vinden. Toch zijn dit allemaal middelen om een doel te bereiken; muziek maken. Daarom zal deze blog ook veel muziek bevatten. Elke maandag zal getracht worden hier één artiest, cd of dvd uit te lichten. Gewoon omdat we enthousiast er over zijn, het geweldig goede muziek is, het nergens naar klinkt of omdat we iets anders er over kwijt willen.
Deze maandag een wat bluesy begin van deze Music Monday serie, namelijk: Tom Petty and the Heartbreakers. Eigenlijk voor mij (als begin twintiger) een onbekend terrein en ik zou waarschijnlijk niet veel muziek van deze in 1976 opgerichte band hebben gekend als John Mayer niet het nummer Free Fallin’ gecovered had. Toen ik er achter kwam dat dit nummer niet origineel van John Mayer zelf was ben ik op zoek gegaan naar enkele nummers en albums van deze band. Ik werd niet teleurgesteld, binnen vrij korte tijd had deze band de instrumenten weer opgepakt en lag er in juni 2010 een gloednieuw album klaar, Mojo genaamd.
Mojo bevat een lekker dik gitaargeluid met veel blues gitaar licks er op en ook de stem van de zestigjarige Tom Petty past perfect bij de bluesy sound van dit album. De teksten zijn misschien niet bijster origineel en het is meer een album dat leuk wegluistert in de auto. Toch zitten er enkele pareltjes tussen. Maar oordeel vooral zelf, onderstaand vind je het nummer: The Trip To Pirate’s Cove. Het doet mij erg denken aan het laatste album van The Eagles. Al met al zeker een album dat de moeite waard is.
Het strippen van de gitaar gaat natuurlijk erg makkelijk en snel. Ook snel kwam het commentaar van sommige huisgenoten. Die begrepen niet dat de gitaar daadwerkelijk uit elkaar werd gehaald om hem vervolgens te verminken en dan weer in elkaar te zetten. Uitleggen dat het allemaal voor een goede zaak is helpt niet… U en wij, echte gitaarliefhebbers, begrijpen dat natuurlijk wel!
gestripte hardware
Voordat de gitaar onder handen werd genomen, is de nodige research gedaan. Van the Black One werd veel foto- en filmmateriaal verzameld en als het nodig bleek van filmpjes weer foto’s genomen. Het viel niet mee de gehele gitaar goed in beeld te krijgen, terwijl we dat wel wilden. We wilden immers een zo natuurgetrouwe nabootsing maken. Ook van andere home-made-black-one’s werd materiaal verzameld. Nadat bleek dat veel van deze neppers in de verste verte niet op de echte leken, zijn die foto’s weer snel verwijderd. Opvallend trouwens dat in Amerikaanse muziekwinkels en via internetwinkels voor pittige prijzen hele slechte remakes worden verkocht. Kwalijke zaak dus…
Waar we veel plezier van hadden (en nog steeds hebben) is het Engelse gitaarblad Guitarist van de maand april 2010 met daarin een interview met John Mayer en enkele zeer duidelijke foto’s van the Black One. Zij bleken een grote hulp bij het op de juiste plaats minutieus verwijderen van de zwarte verflaag. Wie mij trouwens kan vertellen waar ik in Nederland losse nummers van de Guitarist kan kopen, zou ik willen verzoeken dat mij te laten weten. Onderaan elke post kan bij “(no)comments” een berichtje gestuurd worden. Dank al vast daarvoor!
Guitarist april 2010
Veel research is ook gedaan naar de verouderingstechnieken, het zgn. aging van o.a. de metalen en plastic onderdelen. De technieken die je daarbij tegenkomt slaan echt alles: het dagen onder de grond laten liggen van metalen onderdelen, het bewerken van de metalen onderdelen met de meest bizarre (en gevaarlijke) zuren en vreemde kruidenmengsels. Plastic onderdelen die in de koffie gelegd moesten worden, het bewerken van de gitaarsteel met een nat theezakje. Je zou haast denken dat het hier een uitgebreide koffietafel betrof… Ik kom later nog wel terug op het “agen” van de metalen en plastic onderdelen.
Om de gitaar uiteindelijk zo echt mogelijk te laten lijken was het ook noodzakelijk om diverse onderdelen te gaan kopen. Internetwinkels zijn dan een uitkomst; waar anders heb je zo veel goed gesorteerde winkels zo dicht bij elkaar en dan ook nog eens elk moment van de dag (en nacht) geopend. Gelukkig bracht Fender eerst zeer recent de specificaties op de markt van hun 83 Black Ones. Nu was het b.v. duidelijk dat de kleur van de te bestellen pickguard echt mint green was. Twijfelen hoefde niet meer (behalve dan over de juiste kleur van de lak voor de body). Pickguard, knoppen, pick-up covers, knopje, een zwarte Ernie Ball strap, en een heus “Fender-decal” werden besteld en betaald. Ik heb alleen nog niet alles binnen. Dat is dan misschien weer een mindere kant van het webshoppen; je moet maar afwachten of het ook daadwerkelijk naar je opgestuurd wordt… Hoop jullie morgen daaromtrent positief nieuws te kunnen bloggen. Dan gaan we ook echt aan de slag met het verwijderen van de zwarte laklaag.